in de woorden voorbij
de bewoonde woorden
in de tijd voorbij
de val van het ogenblik
voorbij de onbewoonbare
wereld van werkelijkheid
wil ik een schuiloord bouwen
een landschap als een stil leven
er is geen spreken dan met
de gespleten lippen van mijn taal
tekens van het snoer gerold
oude gebedstenen vol van betekenis
zo word ik waar ik nooit ben geweest
en dan weer opnieuw: terugkeer
die zichzelf ontkent en telkens weer
vindt in bezonnen zinnen.