Weten wie je bent.
Voordat mensen existeerden, kon de tijd nog niet bestaan.
Wat ons denken hier creëerde,
was een tijd om weer te gaan.
Mensen zijn heel ongeduldig, want ze blijven hier niet lang.
In die tijd leert men zorgvuldig,
om te leven onder dwang.
Voordat hier en daar ontstonden, leefde we nog in het Nu,
maar al snel werd je gebonden;
jij werd een individu.
Daarna ben je gaan ervaren, waar jouw ego steeds naar streeft.
Niets daarvan kan je bewaren,
of laat voelen dat je leeft!
Mensen koesteren het denkbeeld, waarmee men is grootgebracht.
Iedereen leeft naar dat voorbeeld,
niemand heeft dat zelf bedacht.
Kinderen, die moet je vormen, denken we gepassioneerd,
want we leven volgens normen,
die men ons heeft aangeleerd.
Ieder kind is pluriform, ze voldoen niet aan een maat.
Ze voldoen niet aan een norm,
dat is lastig, inderdaad.
Daarom leert men onze kind’ren, te geloven in een waan.
Die hen later zal verhind’ren,
om hun eigen weg te gaan.
Niemand hoeft iets te bereiken, je bent niemand iets verplicht,
maar wij leerde vergelijken,
daarmee zijn we opgelicht.
Want zodra je op die weg staat, ga je zoeken naar een doel.
Later, als dat steeds verkeerd gaat,
dan pas krijg je dat gevoel:
Het besef waarom wij leven, het besef van wat je bent.
Dan begin je weg te geven
en laat zien wie of je bent.
Als je geeft vanuit jouw wezen, zonder jouw persoonlijkheid,
kan jouw gave zelfs genezen;
Jij werd eindelijk werkelijkheid.
In het werkelijke geven, fuseert heler met patiënt.
Hoef je niets meer na te streven,
dan bestaat slechts dit moment.
Als er niets meer is te eisen, aan het eind van alle pijn
dan zal er iets moois verrijzen
en kan jij jezelf weer zijn.
Peter