‘t Straalde wat naar buiten
door de deur die open staat
zo kwam’t Licht zich uiten
voor de ziel als pastoraat
Roepend hunne namen
met welbekende stem
‘t drijft de kudde samen
naar ’t nieuw Jeruzalem
’t Vreemde klankgeluid
doet de kudde vluchten
Zijn Stem daarbovenuit
zorgt voor rijke vruchten
Zijn stok en staf geleiden
met Liefde blijft Hij hoeden
in frisse groene weiden
laat Hij de kudde voeden
Als de dag de nacht verruilt
laat Hij de kudde binnengaan
na hen die buiten schuilt…
roept Hij blijvend hunne naam
Hij is de Goede Herder
’t wil Zijn Liefde geven
Zijn weg ging zelfs nog verder
‘t gaf ons Zijn eigen leven.
(Johannes 10, psalm 23)