Amok
Een gezellig café
doch maak dat mee
wie komt er voor de pinnen
zomaar het café binnen
een oude bekende
waar hij veel ellende mee kende
dat zag hij niet zitten
maar de ander kon niet anders
dan het tafeltje vlak ernaast te zitten
alvorens gemoederen zouden verhitten
ging hij beter direct heen
doch te laat
het kwam al tot een handgemeen
als kemphanen vlogen ze tegen elkaar op
het café stond direct op zijn kop
beiden vlogen stantepede buiten
alleen, eentje dwars door de ruiten
buiten ging het nog wat verder
tot die ene kwaad vroeg
je weet waarom ik als eerste sloeg
neen, sprak de andere verbaasd op zijn toer
maar zal ’t vragen aan mijn tweelingbroer