Op mijn dertiende verjaardagsfeest
gaf pa mij 'n boek 'Jan zonder Vrees'.
Ja, hij wilde van mij een stoere jongen
maken, mij zien vechten, ik mocht me
door niemand laten knechten ook niet
door jonkvrouwen met blonde vlechten
ik moest ook goed kunnen bekvechten!
Vader zelf vertelde mij dat hij nooit
angsten had gehad, niet voor honden,
spinnen en zeker niet voor gangsters!
Want toen hij die late avond alleen
in de metro zat, stonden twee jonge
idioten hem te bedreigen met een
mes als hij z'n portemonnee niet gaf.
Vader brulde als 'n leeuw terwijl hij met
z'n wijsvinger in zijn Trenchcoat richtte:
Pas op kinkels! Ceci n'est pas un pipe!!
De boefjes piepten als uilskuikens, renden
naar de exit en verdwenen met de roltrap
de arme duivel kon hun angst ruiken, oef!
De conducteur grinnikte door de
achteruitkijkspiegel: goed dat zij
dachten dat je pijp 'n pistool was.
Inderdaad 'n mens moet soms improviseren
delinquenten moeten ook hun lesje leren!
Ja, pa was een man zonder vrees!
Dat zat in z'n blauw bloed en in z'n vrije geest!