Ik ben een hittegolf
In mijn koude
harteloze Wintergolf.
Ik ben gestorven en
bedorven in mijn hart.
Ik ben een gevolg
van een onbezorgd
verschuilt gedrag.
Dat kijkt
naar een wereld
Die zich nooit
heeft ontregeld
In mijn gezag.
Ik heb het leven gelakt
op mijn schoenzolen
Als een gedolen
Zwerver zonder rugzak.
Dat vraagt
voor bescherming
En een onderdak,
In een huis
dat nog niet
Is gebouwd
Naar zijn thuis.
Dus leef ik
In een wereld
Dat zich
van de realiteit
Is verhuisd.
Ik ben
ongeschoold
maar toch geleerd
Met twee werelden
Die zich kruisen
In meer
en geeigent
Eer
Die In mij
Druisent
Bijleert.