Je bent al lang
horizon geworden.
Stergezicht in een
vergezicht,
komt toch
steeds terug.
Golvend water
door merg en been,
hier het dagelijks nieuws.
De wattenwolken
onder mijn vleugel
troosten mijn
donderdenken,
leggen mijn
hikrikketik lam.
Voldoende om
in goede doen.
Ik weet ergens
herinnering en ziel
tijdloos verwant,
overstijgende trots.
Angsthaas die vloog,
grenzeloos werd
en wie weet
sporen trok.
Die jij,
edelonzichtbare,
maar nooit-weggeweeste,
met je lachende vingers
in je liefde overtrok.
Tastbaar.