Waar we ook zijn, onze ontelbare schaduwen voelen fijn of doen pijn
Als echtparen sinds mijn geboorte zal lichtjaren ver onze band openbaren
Venijn voelen we zelfs niet piepklein, laten elkaar nooit vallen in het ravijn
Toch moet ik verklaren dat mijn naar jou varen is gaan bedaren
Toen ik je aankeek voor maar 1 uur per week zag je bijna onzichtbaar bleek
Als we elkaar missen blijft het gissen of het eenzame lot ons zal uitwissen
Je hand vasthouden voelt week, soms als warme cake. Of als een verdoofde steek
Beslissen of je mijn dag gaat opfrissen zonder 100 kilometer ver te pissen
Als je geest door me heen gaat voel ik me bedeesd alsof we zijn uitgefeest
Het ware licht van je gezicht is al weken verblind, voor verwaarlozing gezwicht
Plaatsen waar we samen zijn geweest zijn allang verweesd als een snuffelend beest
Eeuwige trouw naar jou is zowel een gerichte plicht als dat ik echt van je hou zonder gewicht
Dwalen van elkaar af maar rapen alle kralen van onze talisman in al onze samen bezochte zalen
Onze bloedband is zelfs in het verste land waar ik mijn hart aan heb verpand
Zonnestralen zijn onze heilige gralen waarin onze band nooit hopeloos zal verschralen
Onze geesten eeuwig gestrand in een onbereikbaar pand waar liefdesgevoel heerst zonder verstand