Gebleekt
Nu het landschap baadt
in wit gewaad
tegelijk lonkt
en pronkt
wordt verkeer gestremd
en geluiden gedempt
vogels zijn in de war
hun restaurant werd ijsbar
onwennig zoeken ze in ’t rond
naar wat voedsel op de grond
met dik opgezette veren
om de koude te weren
er lijkt rust en vrede
nu de aarde zich zo kleedde
met de kleuren ondergespit
in eenduidig wit
een streling voor het oog
een gewassen regenboog