Verdikkie
Het kan haast niet dat ik
die nooit van zachtheid
blijk kon geven
zoveel tederheden voor je voel
die telkens uit mij te voorschijn lopen
als stroompjes water van de regen
Hoe je stem nooit zweeg
windorgels bedwong en mij
met een schittering in je ogen
pijnlijk wees op de leegte
van een hart dat geen liefde kent