Zij
Ze lachte frivool
bloosde als rode kool
een fijne meid
die altijd verblijdt
nog niet bevrucht
en graag in de buitenlucht
koud, nat of heet
altijd gereed
stapschoenen aan de deur
voor haar geen sleur
ja, zo is Renilde
die altijd buiten wilde
en daar vond hij haar
zoon van de molenaar
wieken draaiden
haren waaiden
ze bloosde weer snel
werden een gelukkig stel