de modder kleeft weer aan de pedalen
ik zie de heuvels opdoemen in het land
ze is een Mona Lisa omringd door zand
waar ik weldra grof voor moet betalen
nog een meter of vijftig dan zit het er op
soepel dans ik van mijn kameraden weg
ik blijf niet, want ze hebben zo overleg
nog maar een meter dan ben ik aan kop
ik peladeer en voel geen spier in mijn lijf
nog maar heel even dan nadert de streep
waar ik applaus ontvang en mooie muziek
met mijn rijwiel dwaal ik door het verblijf
van het land dat mijn handelen begreep
in elke vezel van haar hoor ik het publiek