Een doolhof
ze liep door de gangen
rechtdoor, linksaf
rechtsaf, weer rechtdoor
het voelde als een doolhof
ze wist het niet meer
toch was ze hier eerder geweest
kon toen de weg wel vinden
dat wist ze zeker
de weg naar dat schilderij
dat schilderij van haar
met haar kinderen
een jongen en een meisje
de kinderen die ze nooit meer zag
alleen op dat schilderij
maar nu kon ze het
niet meer vinden
ze hadden het vast ergens
anders opgehangen
en haar dat niet verteld
waarom gebeurde dat steeds vaker
ze kon bijna niets meer vinden
alles lag ergens anders
of misschien zelfs weggegooid
ze wilde naar haar schilderij
stond op en liep de deur uit
ze verdwaalde in haar geest
om nooit meer terug te keren