We blijven elkaar vasthouden door
te zeggen: volgende keer spreken we weer af op een plek waar we allebei nog nooit zijn geweest, zodat we opnieuw een andere versie van onszelf kunnen zijn,
een versie die lacht om andere grapjes, die de pijpen van zijn broek omslaat, een extra schepje suiker in zijn koffie doet, een versie die zichzelf noch de ander herkent-
een versie die je hoort zeggen dat je een kapot mooie film hebt gezien, en je vraagt je af wat dat is, kapot mooi,
dit misschien:
een schiereiland dat zich langzaam losweekt, maar wij die de touwen pakken, de lijm pakken, armen pakken van de overkant, en zien:
kapot mooi, dat is een beschuit die je samen in tweeën hebt gebroken en waar je met man en macht weer boter en jam tussen duwt, de optie opnieuw stuk te slaan.
lijmen, dotteren, vrijlachen, alles om het open te houden,