de pijp rust nog op het eiken tafelblad
en kent de studeerkamer als de beste
dat ik bij het notuleren soms kletste
vond ze niet erg ik was leuk en gevat
uit haar ontsnapte het hoofdelijk denken
een mijmering voor een onbepaalde tijd
ook al raakte ik soms mijn inspiratie kwijt
ze hield van mij en zou mij niet krenken
bij haar vond ik genot maar weinig stof
om mijn ultieme sonnet te volmaken
dat als knipsels op de eiken tafel lag
met gebaren maakte ik haar het hof
al waren er ook belangrijke zaken
het was duidelijk dat zij mij doorzag