op de oude wilg krioelt weer nieuw leven
het is nog klein en heeft geen vaste stek
wat vergaat vindt weer ergens anders plek
naar een goed onderkomen blijft hij streven
de openingen ontdekt hij met zijn pootjes
ook al is de bast van de wilg vrij hard
zo meteen is hij eigenaar van een part
waar hij zich verwent met talrijke lootjes
onder hem was alles dor en zonder waarde
waar de natuur haar mooie mantel weg gaf
aan een vrouw die af en toe kwam kijken
de wind speelt met een mooi stukje aarde
en ziet de naderende winter niet als straf
de oude wilg zal zich met leven verrijken