Het visserken aan de afgrond
Stomdronken wandelend door de straten waar ik ooit was
Toen nachtelijke wanen nog verdampten in het ochtendgloren
Staar ik opnieuw in dezelfde afgrond, en word herboren
Tussen kasseien, tramsporen en gebroken glas
Een jongeman reikt me glimlachend de hand
En vraagt me waar ik in godsnaam geweest ben
Naar het einde van de aarde, zeg ik, en ook nog verder
naar een of ander lang vergeten land
En niet in godsnaam, maar in de uwe
Hij knikt begripvol, en gooit zijn vislijn
achteloos de afgrond in
“Er is een tijd van bakvissen, en een tijd van vissen bakken”
Zegt hij wijselijk, en valt vervolgens
volledig samen met zichzelf
Vele jaren later wandel ik door dezelfde straten, op een zomerdag
Wanneer wanen plaats maken voor dagdromen
Dan zingt het visserken van al wat nog zal komen
En staren we samen in de afgrond, met een glimlach.
Auteur: Rednael | ||
Gecontroleerd door: christina | ||
Gepubliceerd op: 22 augustus 2023 | ||
Thema's: |