Ons vissersdorp draagt een jas van bosgroen
waar kroeg en terras uit de grond verrijzen
en zij die in kroeg zijn erop wil wijzen
dat er ook buiten de stad iets is te doen
aan het dorp prijkt de verbouwde toren
waar je grauw en gruis op de drempel ziet
helaas krijgt het dorp maar weinig krediet
het liefste wil men niks over haar horen
ze is open van aard maar toont die nooit
vaak is ze zwaarmoedig en ademt zwaar
en verschuilt zich dan achter slierten mist
tussen water en land ligt ze nu gekooid
waar ze zich wapent tegen stormgevaar
overmorgen wordt er over haar beslist