Ik ben vergeten welke kleur je ogen hebben, ik verdwaalde in de groene, blauwe en bruine schakkeringen die mij bijna je gedachten lieten lezen.
Ik dwaalde in het doolhof van je ogen die mij lieten genieten van je innerlijke ziel. Samen met je stem die me liet smelten.Â
Een stem die verdriet beschreef vol emotie, een traan langzaam uit je linkeroog, die me deed voelen, je droefheid diep uit de krochten van je ziel.
Een stem met volle lach, die mij de vrolijkheid en geluk van de wereld liet zien. Eem stem en lach die me mijn eigen geluk deed beseffen. Dat alles wat ik zag in jouw.
Echter een vrouw die zich het geluk laat belemmeren door hoge eisen aan de liefde, om zich zelf te beschermen voor verdriet en misschien daardoor de ware niet meer ziet.
Afscheid met een hug en aanraking. Lopend na de trein en keek nog even om, maar zag je niet meer staan, mijn muze, verdwenen in groep van mensen. Verdwenen uit het zicht maar niet uit mijn gedachten. Mijn muze met ogen als opaal