Het vossenhol
Het konijntje huppelt door het bos. Blijft af en toe stilstaan en huppelt weer verder. Hee, daar lopen zijn vriendjes. Hij rent erheen en even later spelen ze gezellig samen.
Tot ze opeens een angstig gepiep horen. Nieuwsgierig gaan ze op het geluid af. Ze zien een vosje, dat met zijn pootje in een klem zit en hartverscheurend piept. Mamma Vos staat er pootjeswringend naast.
De konijntjes zijn eigenlijk bang, want vossen jagen op konijnen. Maar mamma Vos heeft nu wel wat anders aan haar kop dan op konijntjes jagen. Haar kind is in gevaar en ze weet niet hoe ze kan helpen.
De konijntjes gaan bij elkaar staan en fluisteren iets wat mamma Vos niet kan verstaan. Maar ze voelt dat er hulp komt en kijkt verwachtingsvol naar de konijntjes. Die zijn klaar met overleggen. Ze gaan naar mamma Vos en zeggen dat ze het vosje willen bevrijden. Maar dan moet ze hen wel iets beloven. Hun holletje is door haar en pappa Vos ingepikt. Het is een vossenhol geworden. Dat holletje willen ze graag terug hebben en ze willen ook graag dat de vossen in dit bos alle konijnen met rust laten. Zodat ze kunnen lopen en spelen waar ze maar willen. Mamma Vos belooft het allemaal, als ze haar kind maar helpen.
De konijntjes rennen weg en zoeken alle konijnen op, die ze maar kunnen vinden. Ze vertellen wat er aan de hand is en dat ze met z’n allen die klem wel open kunnen krijgen. Alle konijnen willen helpen, zeker nadat ze gehoord hebben wat mamma Vos beloofd heeft. Ze lopen naar de klem, waar het arme vosje nog steeds piept van de pijn. Met vereende krachten krijgen ze de klem open en is het vosje vrij. Hij gaat meteen naar zijn moeder, die hem liefdevol vasthoudt. Gelukkig valt het mee met zijn pootje en kan hij erop lopen. Mamma Vos bedankt de konijntjes met tranen in haar ogen.
De konijntjes zitten te wachten op wat nu komen gaat. En ja hoor, mamma Vos loopt naar haar hol, trommelt alle vossen bij elkaar en vertelt ze wat ze beloofd heeft. De vossen knikken, wat je beloofd hebt moet je doen. Ze pakken hun spulletjes en verdwijnen. Juichend gaan de konijntjes het vossenhol in. Blij dat ze hun eigen thuis weer hebben.
Vanaf nu is dit het enige bos waar konijntjes niet bang zijn voor vossen. De jonge konijntjes en vosjes spelen met elkaar en de oudere generatie zie je vaak rustig bij elkaar zitten. De belofte van mamma Vos blijft generaties lang bestaan. In dit bos, hier ergens ver vandaan, zijn de vossen en de konijnen vrienden.