Opruiming
Het was een paar dagen na kerst. De kerstboom en zijn versieringen vroegen zich af wat er met hen zou gaan gebeuren.
'Bij sommige mensen blijft de kerstboom lang staan, wel tot half januari,' wist een kerstbal te vertellen.
'Ja,' zei een slinger, ‘maar er zijn er ook die ons al op Nieuwjaarsdag opruimen.'
'Ik heb op de televisie eens iets gezien over iemand, die het hele jaar kerstversieringen had,' verzuchtte een kerstbal jaloers.
'Maar dan stond er wel een kunstkerstboom,' zei de kerstboom, 'geen echte, zoals ik. Ik hou dat niet uit, het hele jaar.'
Hij keek eens naar zijn mooie, volle takken. De naalden zagen er nog goed uit, ze vielen nog niet op de grond. Misschien lieten ze hem nog wel een poosje staan. Tot half januari of zo.
'Ik heb bij de buren gezien, dat ze de kerstversiering al opgeruimd hebben,' piepte een kerstbal.
'De kerstboom hebben ze in hun tuin geplant. Die kunnen ze volgend jaar weer naar binnen halen en versieren,' zei een andere kerstbal.
'O, dat zou mooi zijn,' zei de kerstboom, 'ik hoop, dat ze mij ook in de tuin planten.'
'Wij moeten weer in die donkere dozen,' mopperden de kerstballen, 'en daar zitten we dan weer maanden in, tot het weer december is.'
'Ja,' zeiden de slingers, 'wat een leven, een paar weken per jaar mogen we eruit.'
'Nou, nou,' zei de kerstboom, 'jullie worden toch goed ingepakt in dat mooie, dunne papier? En heel voorzichtig in de doos gedaan, zodat jullie niet breken en de volgende kerst weer prachtig kunnen schitteren.'
'Dat is wel zo,' zeiden de kerstballen en de slingers, 'maar toch vinden we het niet prettig.'
Ze hadden wel eens gezien dat het opbergen bij andere mensen niet zo voorzichtig ging. Heel veel kerstballen waren gebroken en veel slingers waren kapotgegaan en weggegooid.
Hun mensen zorgden goed voor hen, dat was waar.
Kerstversieringen waren nu eenmaal alleen in de kersttijd te zien. Dat wisten de kerstballen en de slingers best.
'Zo is het leven,' zei een kleine kerstbal.
'Hoor hem,' lachten de anderen, 'zo klein en al zo wijs. Maar hij heeft wel gelijk.’
Een paar dagen later werden de kerstversieringen uit de boom gehaald. De kerstboom werd in de tuin geplant en de kerstballen en slingers werden heel voorzichtig ingepakt en in dozen gestopt.
'Tot de volgende kerst,' riepen ze naar de boom.
De kerstboom zwaaide even met zijn takken naar ze. Hij keek tevreden om zich heen. Hij stond in een mooie tuin. Hier hield hij het wel een aantal maanden uit. Hij verheugde zich nu al op de maand december, als hij zijn vriendjes weer zou zien.