de luikjes in ma haar hoofd zijn gesloten
ze bergen dat waar ze zich niet in vergist
ik onthoud hoe ze was en weet wat ze mist
samen hebben we van de dag genoten
eens gaf ze aan mij bekoorlijke zinnen
en reeg ze aan beresterke koorden
nu mis ik hoe ze was en de woorden
waarmee zij zich voor mij kon winnen
ik merk dat ze vaker tegen mij zwijgt
en zichzelf weer hult in de winterjas
waarvan ze de fijne stof nog herkent
ik zie dat ze naar een ontmoeting neigt
omdat ze soms nog weet hoe alles was
de lange pauzes heeft ze nooit erkend