de oude zwerfkat is weer aan het stropen
aan zijn poot hangt een zielig hoopje muis
hij heeft weinig, als hij zich zet bij het kruis
waaraan hij zijn verhaal wil gaan verkopen
voorzichtig ontdoet hij hem van zijn huid
want er mag niets kostbaars achterblijven
waarna hij zijn hap met zout kan inwrijven
en kan versterken met tijm of ander kruid
een meester is hij, voor het werk gemaakt
niet iemand die zich behelpt met het waar
dat eens uit een oude schuur was gehaald
kwa alertheid heeft hij nog nooit verzaakt
ook niet toen bliksem zorgde voor gevaar
de jacht heeft hem naar behoren betaald