‘Spreken is zilver, zwijgen is goud.’
Het spreekwoord hangt in een mooi lijstje boven de spiegel in de badkamer. Hij heeft het ook vaak tegen zijn kwebbelende vriendin gezegd. Ze vergeet het steeds en blijft maar praten, hij wordt er soms gek van. Hele verhalen krijgt hij altijd te horen en als hij iets wil zeggen, krijgt hij daar de kans niet voor. Ze blijft maar praten en praten. Maar hij houdt van haar en wil met haar trouwen.
Als het zover is en ze haar jawoord moet geven, denkt ze even aan wat hij altijd zegt: Spreken is zilver, zwijgen is goud. Ze kijkt hem stralend aan en zwijgt in alle talen.