Voetbalcoaches
Op zaterdagmiddag speelt het jeugdelftal van de voetbalclub zijn eerste uitwedstrijd in een naburig dorp. Met een bus zijn ze ernaartoe gereden. De ouders zijn uiteraard ook van de partij. Sommigen gaan mee met de bus, anderen met hun eigen auto.
Tijdens de wedstrijd wordt er door de ouders van beide clubs raadgevingen geschreeuwd.
‘Die bal had je makkelijk kunnen hebben.’
‘Het doel is aan de andere kant, hoor!’
‘Goed zo, mooi doorgespeeld.’
‘Kijk uit, je speelt de bal naar de tegenpartij, ben je kleurenblind of zo?’
‘Harder lopen! Je kan toch wel sneller? Wat een watje, zeg,’
‘Nee, nee, nee, niet met je handen, sufferd.’
‘Dat was een corner!!! Die man heeft een bril nodig!’
‘Jaaaaa! Doelpunt! Wat een mooi doelpunt! Goed zo, jochie!’
En zo gaat het de hele wedstrijd door. De vele voetbalcoaches aan de kant blijven luidkeels commentaar en advies geven. Hun kinderen lopen zich de benen uit het lijf.
Na afloop wordt er door de ouders nog druk nagepraat over de voetbalwedstrijd. Er wordt breed uitgemeten wat er niet goed ging en hoe het volgens hen beter kan. Ook dit keer stonden de beste stuurlui aan wal.