Als een klein kind, geheel onbedorven.
ALs een klein kind geheel weerloss.
Zo klein maar toch wetend, waarvoor ze vechten moet.
ER is geen moment waarop op ze dacht, ik wil spelen ik wil dollen. Er is altijd een moment, ze is er op bedacht.
Die ene blik zegt genoeg.
En nu is ze volwassen, door de maatschappij gehard.
Nee het blijft haar altijd bij.
Zij kon niet spelen, niet zoals wij.