De Geelgors
Heerlijk zijn die mooie zomers
waarin vakantiedromers
Geelgorzen horen zingen
en tot ons doordringen
De Geelgors,
stevig en fors
zelden tentoon
maar ooh zo schoon
Met gele kop en witte staartpennen
is hij makkelijk te herkennen
al zingend in bosranden en hagen
terwijl hij ons weet te behagen
Vogelaars kennen zijn zang als, ‘hie-ie ier’,
‘geef me nog een pintje, bie-ie-ier’
en ook Beethoven raakte in euforie
componeerde zijn vijfde symfonie
Kortom, een juweel
in het struweel
met fijne zang
niet kort, niet lang
Zo galmt zijn lied
in ’t agrarisch gebied
met herinneringen van een blij gevoel
aan vroegere zomers, zo heerlijk en zwoel…