HET WOORD, HET GEZEGDE, DE ZIN
Ook ik zal eindigen in schoonheid
Als de rottigheid van mijn verloren zaligheid
Het geneuzel zal meetronen
Naar tijden die nog tijdig waren
Naar gebleit dat geprezen werd
En heimelijk lachen
Onbegrepen bleef
Dit was, hoor, en is niet meer
Dit was eindig
Dit was niet echt, een verhaal
Een helend sprookje
Een vervelend spookje
En nu de klok niet meer tikt
Nu de honger weg is, samen met
Het woord, het gezegde, de zin
Nu staakt zelfs de staker het staken
Het werk is al lang neergelegd
De frustratie weg geademd
De leegte omarmd
Nu
Nu, heerst stilte
Zelfs angst moest buigen
Zelfs pijn werd gezalfd
Eens het moment, ooit de droom
Dat het haalbaar zou zijn, het leven
Is dood
Ooit stilgezwegen, nu geborgen
In tranen vaarwel gekust
Op het hoofd
Waarin het ooit woonde
Waarin het nu moest sterven
Amen