haal het vlees maar van het bot en het been
ik ben versleten zoals je misschien weet
zo te zien is er niemand die mij vergeet
met de dorre grond heb ik niets gemeen
in de oorlog hoor ik bij het beste waar
aan het lijf zit voldoende vlees en bloed
waar zich een hongerige mond mee voed
taai en belegen vindt ze geen bezwaar
de aandacht aan mijn woning hoef ik niet
hij is versleten, bouwvallig en een wrak
draagt nog heel af en toe een warme jas
de kamers verhuizen naar een nieuw gebied
alleen het vlees heeft al prima onderdak
jarenlang leefde ik als een man van glas