Mila in Parijs
Het avontuurlijke katje, Mila, vond het tijd om weer op reis te gaan. Dit keer wilde ze graag naar Parijs. Ze had daar al veel over gehoord van haar mensen, die er al een paar keer waren geweest. Ze was al een keer naar het station geweest om te zien welke trein ze hebben moest. Dat wist ze nu precies. De treinreis was prima verlopen. Er was een meisje, die haar had zien liggen onder de bank en haar had geroepen. Ze mocht op de schoot van het meisje zitten, zodat ze naar buiten kon kijken.
In Parijs aangekomen ging Mila haar eigen weg. Ze had gehoord over een plein, waar schilders zaten, die landschappen schilderden, maar ook portretten van voorbijgangers maakten, de Place du Tertre. Daar wilde ze heen. Er liep een kat op straat en daar had Mila aan gevraagd hoe ze bij Place du Tertre moest komen. Ze sprak wel geen Frans, maar Place du Tertre zeggen was genoeg, de kat begreep dat ze daarheen wilde en bood aan om haar daarheen te brengen. Dat was mazzel hebben. Daar stond Mila dan op het beroemde schildersplein.
‘Hee, Mila! Ben jij het echt?’
Verbaasd draaide Mila zich om. Wie riep haar? Ze kende niemand is Parijs. Een wit hondje rende enthousiast op haar af en opeen zag Mila wie het was.
Dat was Mykos, het hondje dat ze had leren kennen toen ze in het circus was en waar ze ook mee had opgetreden. Met clowns en ze moest door hoepels springen, het was hartstikke leuk. Mykos en zij waren goede vriendjes geworden en die was nu hier!
‘O, wat leuk, hoi Mykos, wat leuk om je te zien. Hoe kom je nu hier?’
‘Met het circus, we komen vaak in Parijs. Maar hoe kom jij hier?’
‘Ik had zin om op reis te gaan en wilde eens naar Parijs. Ik ben met de trein gekomen en ga vanavond weer terug.’
‘Wat leuk. Ja, dat herinner ik me nog van het circus, jij wou ‘s avonds altijd naar huis, naar je eigen plekje.’
‘Dat is nog altijd zo. Maar vertel eens, hoe is het met iedereen in het circus?’
‘Goed. Het gaat gelukkig met iedereen goed. Vanavond treden we voor het laatst op en morgen trekken we weer verder. Maar als jij nog iets van Parijs wil zien, dan moeten we nu maar eens gaan.’
‘Blijf je dan bij me?’ vroeg Mila verrukt.
‘Ja, ik hoef vanavond pas in het circus te zijn en ben vanmiddag vrij. Omdat ik vaak in Parijs ben geweest en ook in andere steden van Frankrijk, kan ik al een aardig woordje Frans spreken,’ zei Mykos.
‘Ik kan vandaag lang niet alles bekijken, maar dat hoeft ook niet. Ik vind het veel te leuk om met jou samen te zijn en Parijs zie ik dan wel op een andere keer. Maar dit schildersplein wil ik wel graag bekijken.’
Mila zag een schilder bezig om een klein kindje te schilderen. De moeder probeerde het meisje stil te laten staan, maar dat lukte niet erg, ze wilde steeds weglopen. Mila ging naar het meisje toe en bleef onbeweeglijk naast haar zitten. Het meisje aaide het katje en bleef naar haar kijken. De schilder kon toen gauw wat lijnen op het papier zetten. Er bleven mensen staan om te kijken naar de schilder, maar ook naar het meisje en het katje. Na een poosje was de schilder klaar, het was een mooi schilderij geworden van het meisje en Mila.
De schilder zei iets tegen Mila. Maar ze kon hem niet verstaan en keek hulpzoekend naar Mykos. Die ging met de schilder praten en het bleek dat de schilder wilde dat Mila bij hem bleef. Want hij moest vaak kleine kinderen schilderen en die bleven nooit op één plek zitten. Maar het katje, dat was een uitkomst. Als zij bleef zitten, bleven de kinderen ook zitten, vlakbij haar.
Mykos vertaalde het voor Mila.
‘Oké,’ zei ze, ‘Dat wil ik wel doen. Maar alleen vandaag en totdat mijn trein teruggaat vanavond.’
Ook Mykos werd af en toe ingeschakeld als er een kind aan het brullen was, omdat het niet geschilderd wilde worden. Dan zat Mykos naast zo’n kind, dat meteen rustig was en het hondje ging aaien en zo werd Mykos ook geschilderd.
Aan het begin van de avond borg de schilder zijn spullen op en ging naar huis. ‘Komen jullie morgen weer? Jullie zijn prima publiekstrekkers.’
‘Nee, ik ga verder met het circus en zij gaat naar huis,’ zei Mykos.
Mykos en Mila liepen weg.
‘Hee, ik heb een idee,’ zei Mykos, ‘Het is nog vroeg, waarom ga je niet even mee naar het circus om iedereen gedag te zeggen? En om een stukje van de voorstelling te zien? Ik zit in het eerste deel, voor de pauze. En dan breng ik jou daarna naar het station.’
‘Dat is een leuk idee,’ zei Mila enthousiast.
Een poosje later waren ze bij het circus. Mila ging meteen bij de dieren kijken.
‘Hoi Mila, wat leuk om je te zien. Hoe is het met je?’
‘Prima! En met jullie?’
‘Ook goed. We worden goed verzorgd en weet je wat? Af en toe hebben we vrij, dan hoeven we geen kunstjes te doen, als we er geen zin in hebben.’
‘Wat goed! Wat fijn om te horen. O, het gaat beginnen, ik ga gauw een plaatsje zoeken. Dag allemaal.’
Mila rende naar de grote tent en ging net als de eerste keer bovenin zitten. Ze genoot van alles en vond het heerlijk om haar vriendjes weer te zien. In de pauze bracht Mykos haar naar het station, waar de trein al klaar stond. Ze namen hartelijk afscheid van elkaar.
‘Misschien zie ik je wel weer eens in een andere stad of waar dan ook,’ zei Mykos.
‘Dat zou hartstikke leuk zijn. Ik heb genoten van deze dag en vond het zo fijn om jou weer te zien. Maar nu stap ik gauw in de trein. Daag, dag Mykos, tot de volgende keer.’
Mila zwaaide, terwijl de trein langzaam begon te rijden. Het was niet druk, maar Mila was zo moe van alle indrukken van deze dag, dat ze onder een bank ging liggen en in slaap viel. Ze had geen zin om uit een raam te kijken en werd pas wakker toen de trein het station van haar stad inreed. Ze liep snel naar huis, naar haar eigen plekje. Ze at wat en sprong op haar stoel om verder te slapen en te dromen over haar volgende avontuur.