De verdrietige eekhoorn
Een verdrietig eekhoorntje
loopt verloren in het bos.
De grote eik is omgehakt,
zijn nestje is nu total loss.
Hij moet weg van deze plek,
hij woonde er met veel plezier.
Het is een heel fijn bos
en hij kende ieder dier.
Zijn wintervoorraad is hij kwijt,
want meenemen, dat zal niet gaan.
Hij eet zijn buikje nu vast vol
en de rest zal hij moeten laten staan.
Hij loopt en loopt steeds maar door,
tot hij een ander bos heeft gevonden.
Hij bekijkt de bomen, die er staan
en raakt een beetje opgewonden.
Want daar staat een hele mooie eik,
daar zou hij zijn nestje willen maken.
Hopelijk woont er niemand in die boom,
want hij wil niet in de problemen raken.
Opeens hoort hij een luid geschreeuw,
hij ziet een grote eekhoorn staan.
‘Hee, wie ben jij en wat moet je daar!’
De grote eekhoorn kijkt hem woedend aan.
Het eekhoorntje schrikt ervan
en vertelt waarom hij hier is.
Dat zijn huisje is verdwenen,
is voor hem een groot gemis.
Hij zoekt nu een ander huisje,
misschien vindt hij hier wel wat.
‘O,’ bromt de grote eekhoorn, ‘sorry,
want als ik dat geweten had…
Dan had ik niet zo tegen je geschreeuwd,
ik ga je helpen met het nieuwe huis.
En zal ik je eens wat zeggen?
Voordat je het weet is dit je thuis.’
Met hulp van de grote eekhoorn
krijgt het eekhoorntje een prachtig nest.
Hij is er heel erg blij mee
en voelt zich niet meer zo gestrest.
Het duurt een aantal weken,
voordat hij alle dieren kent.
Hij is niet meer zo verdrietig,
nu hij hier een beetje is gewend.