Winterwende. 2024
De lucht ademt kristallen vol zilte kou,
De wereld gehuld in een ijzige rouw.
Bomen staan stil in hun kale pracht,
Wachtend en dromend over ‘lentezacht’.
De aarde sluimert onder ‘n grauwe deken,
Elke voetstap kraakt, ijs op sloten en beken.
Het licht dat verbleekt, teder ontwaakt,
Een zonnestraal breekt, de stilte die raakt.
Aan de rand van de langste nacht, van ’t jaar,
Waar hoop sluimert, onzichtbaar maar waar.
De winter wendt, een belofte ontkiemt,
Het leven beweegt, al lijkt ze ijzig vertstiend*.
Jij winterwende, weg naar nieuw licht,
Voelbaar ‘n geheim in je koude gezicht.
Een fluistering klinkt in de kale bomen,
Zo laat de winter lentedromen tot ons komen.
Hedro 20241221
*Limburgs versteend