De neus diep in de jas gestoken,
de wil om naar buiten te gaan nog niet gebroken.
Eventjes lekker onder de vallende sneeuw gaan staan,
misschien zelf zin om een blokje om te gaan.
De deur gaat voorzichtig open,
direct komt de nattigheid in de kleren gekropen.
Lichaam reageert meteen stokstijf,
vraagt waarom het in godsnaam niet binnen blijft.
Voeten willen niet meer naar voren, nee willen vlug terug,
als gestoken door een ijskoude mug.
Ook het brein begint zich nu te bezinnen,
knieën, armen, hevig rillen.
Deur gaat snel weer dicht,
in de spiegel een grauw vaal gezicht.
Snel naar de cv-thermostaat rennen,
want minimaal 30 graden kan alleen hierin nog redding brengen.