Vogelkijkweekend
Gezeten op een stoel
met een gespannen gevoel
tuur ik in onze tuin
over groen en bruin
wachten
Ales is kletsnat
de natuur zit in bad
een ekster hangt aan de pindakaas
en een mus sjilpt boven het autogeraas
wachten
Daar, zonder schroom
een pimpelmees in de boom
vliegt naar dezelfde pindakaas
mijn voeder en lokaas
wachten
Het is stil
ik zie er minder dan ik wil
maar recht tegenover
vliegen kauwen over
wachten
Ik pijnig mijn hersencellen
mag ik die kauwen meetellen
een merel landt op het gazon
schuw achter de regenton
huppelt naar de stukjes kaas op de grond
kijkt vlug in het rond
pikt er gauw één
en vliegt weer heen
wachten
De winterkoning zoekt spinnetjes
en ook andere friemeldingetjes
in de rotstuin tussen de stenen
ik kijk tot hij is verdwenen
wachten
De ekster is terug en propt zijn bek met kaasjes vol
deze gulzigaard speelt de sterke hoofdrol
de koolmees moet ervoor wijken
en zit er nu vanop een takje te kijken
wachten
Daar zijn de Turkse tortelduifjes met z’n twee
ze smullen van het de zaad lekker mee
ook de houtduif is nu van de partij
die aanhgevlogen komt langs opzij
wachten
’t Is voorbij
hoe het ook zij
het tel wartier is al om
ik kijk nog even rondom
Vogels kijken is wachten
in stilte betrachten
en toch, elke keer weer
zie je dat ietsje meer
een bloempje dat opvalt
een blaadje dat afvalt
een mier die kruipt
een pier die sluipt
De charme van onze natuur
gunt iedereen een gratis kuur
want wie kijkt en wacht
altijd even lacht
hoor, een meeuw krijst
die zet ik gauw nog op de lijst