Gelukkig ben je getrouwd met de
man van jou dromen.
Gelukkig heb je kinderen en een gezin.
Gelukkig kan ik niet verder komen
dan jou een hand geven of een knuffel misschien.
Gelukkig voel ik jou hand dan even in mijn hand
of op mijn rug.
Gelukkig zie ik jou zo nu en dan.
Gelukkig, want ik vind dat fijn.
Gelukkig gaat het alleen over jouw toestanden dan
en niet die van mij....