het bos zat vol met spreeuwen hun geluiden een symfonie van leven elk liedje een verhaal een echo in die wirwar van geluiden hoorde ik een specht
daar waar ik een specht verwachtte zag ik alleen spreeuwen meesterlijke imitators van kloppen en geluiden met veren zo zwart en glanzend
een spreeuw zong niet alleen zijn eigen lied hij nam de stem aan van een ander prachtige vogel van de specht maar zonder de kleuren maar even mooi van wie hij imiteerde
deze vogel een meester van imitatie liet me geloven in illusies bracht me ook vreugde met zijn verrassende talent zittend op een met mos bedekte tak