perkers paas
zomaar stil
dit moment door
‘t een of ander wie
zal weten te zeggen
wat daartoe opgewekt
vanaf ‘t bankje zitten kijken
naar de mensen van de weg,
karrenvrachten in de karavanen,
soms toch voor de zon misschien
om bruin te zien elk in klederdracht
zichzelf in gang gezet verder langs ja
zie je die bloemenzwerm in de berm.
nabij reikt zuiver wit de meidoorn al
in een vroeger morgenstond aan
dat deze moderne april gegrild
eigengetijds doet wat ‘ie wil.
die doornhaag ruikt naar
buiten, trekt m'n langste
adem in, huidig strekt
de tijd zich ruimer uit.
ga niet nu het gaat,
je verstaat. barden
zwart van contrast
maar geel gebekt
lokken op gehoor
bekoorde blikken
aangeboord licht
wind wuivende
pastel rokken
der hoger
dromers
bomen
binnen
...
al weren
zij luidkeels
vele vrijbuiters
uit hun tuinders
perceel, zij fluiten
ons paradijselijk
naar Gods wil
eerst weer
geheeld
zo stil
...
o jij kom zo
mij tegenover,
zelfs al zou het
zijn in voorbijgaan
aan al wat verstrijkt.
moge tijdloos bewogen
almaar maranatha wezen
je pasen, laat er even
gepaard je pas
verbazen
...
genodigde toner