In het zachte schijnsel van gewone dagen
zie ik jou, een fluistering van schoonheid,
een echo die ik nooit beroeren mag,
een glimlach die ik stil verberg in mijn gedachten.
Je loopt voorbij, en in jouw schaduw
bloeit een wereld die ik niet betreed,
een tuin van dromen, gesloten,
waar ik slechts langs de randen zwerf.
Jij, beeld dat ik bewonder zonder te claimen,
lied dat ik zing zonder ooit gehoord te willen worden,
licht dat ik volg zonder het ooit te willen vangen —
want soms is liefde enkel kijken.
Ik draag je in het zwijgen van mijn dagen,
een geheime bloem, een heimelijk gebed,
niet om te hebben, niet om te breken,
maar om te weten: schoonheid bestaat.
En dat is genoeg.
Meer dan genoeg.