Ik leef in een wereld van dromen,
ze gaan maar blijven ook steeds weer terugkomen.
Mijn blik wordt vertroebeld door al die rook,
het is een vuur dat dagelijks opnieuw wordt opgestookt.
Ik blijf hierdoor in het verleden hangen,
in mijn oude gewoontes, in het terugverlangen.
Waardoor ik niet naar voren kan,
maar als bevroren in het donker stil blijf staan.