de avond ruikt naar de dag restwarmte van gesprekken en koffie die nog nasluipt in het porselein de lucht houdt haar adem in
nevel vlijt zich over de struiken alsof geluid te luid geworden was niets breekt de stilte behalve het blaffen in de verte als een herinnering die terug wil
dit in de schemering van de avond waar geur en geluid geen haast meer hebben met een nieuwe dag in de wacht