een fee speelt fluit bij de seringenboom de wind draagt haar melodie door het blad glinsterend licht danst tussen takken terwijl zij beweegt in een traag soort stilte
haar vingers vangen noten alsof ze de wind berijdt en geur van bloei en geheimen vult de lucht een trilling siddert en de wereld valt even in trance
haar ogen: sterren zacht brandend in een dans van licht en schaduw verstrooid over een ruimte waar tijd al lang niet meer woont
dan landt een vlinder een geaderd witje licht als gedachte hij proeft aan de bloesem alsof hij herinnert wat woorden vergeten zijn
ik zie haar spelen tussen droom en werkelijkheid waar magie blijft hangen in takken en adem haar muziek verweven met de aarde zelf een moment gevangen in de eeuwigheid van wat ik dacht