Wat niet werd uitgesproken
Er waren blikken
en handen
die niet wisten wat liefde was.
Woorden die niet werden uitgesproken
en patronen verpakt
in stiltes van generaties.
Wat niet werd gezegd,
leerde mijn lichaam fluisteren.
Mijn handen trilden
bij het aanraken van onschuld,
alsof zij de herinnering droegen
van wie mij voorgingen.
Ik stond daar, moeder,
met melk die overstroomde van liefde,
en tranen van verwarring.
Niet omdat ik het niet wilde,
maar omdat ik het niet snapte.
Niet omdat ik fout was,
maar omdat zij nooit werden gehoord.
Er was liefde,
zoveel liefde —
en toch voelde ik mij soms leeg.
Ik keek naar haar,
mijn kind, zo dichtbij,
en vroeg me af waarom
moederen soms zo zwaar voelde.
Waarom iets in mij
zich terugtrok in het moment
dat nabijheid vroeg.
Misschien voelde ze het.
Misschien niet.
Maar ík voelde het.
En het brak iets open
dat al generaties gesloten was.
Er was een lijn —
van onbegrip naar oordeel,
van trauma naar stilzwijgen.
Ik keek naar mijn kind
en hoopte dat mijn hart harder sprak
dan de echo’s van toen.
Misschien heeft iemand ooit
te veel gevoeld,
op het verkeerde moment,
en zichzelf erin verloren.
Misschien gaf hij het door,
zonder het ooit te willen.
Vandaag zeg ik:
het stopt hier.
Niet met haat,
maar met licht.
Niet met beschuldiging,
maar met bewustzijn.
Ik buig voor het kind in mij,
dat niet wist wat het voelde.
Ik buig voor de moeder die ik ben,
die zacht bleef zoeken naar liefde
onder lagen van verwarring.
Ik draag geen schuld,
ik draag herinnering.
En ik geef haar terug
aan de oorsprong,
zodat mijn dochter
vrij mag ademen.