De drie aapjes
Ze stonden daar, klein en mooi,
stil in de houten letterbak.
De drie aapjes —
horen, zien en zwijgen.
Ik keek naar ze, keer op keer,
verloren in hun schoonheid.
Hun beeld was kwetsbaar,
hun getuigenis was stil, verborgen.
Het was alsof ze een heel verhaal droegen —
een verhaal dat ik toen nog niet kon horen,
dat ik niet mocht zien,
en waar ik lang niet over kon spreken.
Jaren later opent zich dat stille verhaal,
het gewicht van het zwijgen wordt voelbaar.
Nu weet ik wat ze bedoelden,
nu begrijp ik wat ze droegen.
Ze waren niet alleen beeldjes,
maar een spiegel van wat was —
een huis waar gehoord en gezien worden niet vanzelfsprekend was,
en zwijgen de norm.
De aapjes flitsten vandaag even voorbij,
een schaduw van wat was, en ooit moest zwijgen.
Maar ik ben geen fluister meer, geen schim in de stilte.
Mijn stem klinkt nu luider dan het zwijgen ooit kon.