In mijn herinnering
Met je zachte pootjes, je spinnen, je eigenzinnigheid—
kroop je stilletjes mijn hart in.
Van de straat, achtergelaten, vergeten,
vond je bij mij nog twee jaren warmte,
een vol bakje, liefde zonder einde.
Maar je lichaam wordt moe, je vacht verslijt,
je bakje blijft vol,
zelfs je dagelijkse wasbeurt is te veel.
En je ogen vragen:
Laat me liggen waar de zon me verwarmt.
Laat me slapen, laat me dromen,
laat me zijn zoals ik altijd was: vrij.
Nu spring je niet meer op mijn schoot,
geen kopjes, geen spinnen.
Maar in mijn herinnering,
daar zal je altijd blijven.