Liefde is abstract, vaak teveel, nooit genoeg.
Soms vindt er een reïncarnatie plaats waarbij alleen jij de zielen van de dode en pasgeborene uit elkaar kan houden door dat ene moment.
Waren het, je ogen. Als ik zelf mijn ogen sluit beeld ik me in, was ik daar maar weer. Voelde ik die blik maar weer van mijn voorhoofd tot het puntje van mijn kin glijden en weer terug.
Waren het, jouw woorden. Geruststellend en vol van afleiding. Altijd in absolute harmonie met mijn noden. Elke klank op juiste toonhoogte, elke pauze accuraat met mijn hartslag.
Net als een imposant muziekstuk. Een jazz of blues nummer dat voor de hele dag lang in je hoofd zit. Telkens deze zelfde woorden die zich herhalen. Telkens dit zelfde opborrelend gevoel van vreugde, euforie.
Of was het eerder een ruïnering, de vorming van het dystopisch gedachtengoed waar ik in beland ben. Een wereld waarin er over alles twijfel is. Een wijze filosoof zal waarschijnlijk ooit gezegd hebben: â€ik ben, ik denk. Juist daarom is er twijfel of jij er ook echt bentâ€. Zo niet, dan ben ik vanaf dit strikt genomen moment een wijze filosoof.
Zo denk ik na. Vonken met elektriciteit in mijn hart en hoofd. Mijn zenuwcellen blijven informatie delen maar waarom. Ik voel me verscheurd. Niet alleen mijn hart is in stukken, mijn hele lichaam. Mijn kleine teen tintelt als ik denk aan de laatste keer dat ik je zag. Er waait een vlaag rust op mijn nek wanneer ik mijn favoriete liefdes lied hoor. De vloeiende associatie naar herinneringen, beelden, geluiden, geuren.
Het geluid van een basketbal op een betonnen vloer. De frisse geur van gras. Iemand die met zijn ogen draait. Of zelfs, de warmte, de zon op mijn armen. Zelf nu het winter is en de zon komt even kijken voel ik het. Die ster houd herinneringen vast.
Een ster. Eigenaardig dat ik er ‘s avonds zoveel zie. Elk met hun individueel stelsel. Elk met zoveel andere planeten die er omheen draaien. Maar zelfs dan, zelfs dan kan ik niet geloven dat er iets of iemand zoals jij bestaat.
Je bent iets, abstracts. Als mensen me over jou zouden vertellen op de manier dat ik je zie zou ik ze uitlachen. “Ze zien spokenâ€; Zou ik zeggen. Ze kunnen de realiteit en hun gevoelens niet meer dissociëren. Maar misschien is dat wel wat er met mij gebeurt.
Mogelijkerwijs ben ik een dromerige idealist. Een potentieel sentimentalist. Ik beschilder mijn eigen canvas. Ik wil niet opgeven. Maar dan denk ik na. Tintelt jou kleine teen ook nog steeds? Of mag ik ophouden met denken. Mag ik leren het denken te vergeten.