***** de bomen staan als stille wachters hun silhouetten scherp tegen het winterlicht geen blad dat nog verbergt wat de koude maanden al wisten onder het dode loof ademen zaden in een trage geheime rust
het oude bomenlied klinkt nu dieper meer schaduw dan klank de wind gaat erdoorheen als een stem uit ver weg en elke kale tak die buigt lijkt iets ouds te fluisteren iets dat alleen te horen is als je zelf ook stil wordt