Verdrietig staar ik uit mijn venster
Voor mij een oneindigheid van gevoelens
De bomen lijken te dansen
De wind speelt met de blaadjes
fluisterend en zingend
Donkere wolken drijven voorbij
Ze zien eruit zoals ik me voel
Weldra zullen de eerste druppels
naar beneden vallen
In de verte zie ik een klein, eenzaam wolkje
Zoekend naar haar grote broers
vedwaalt ze in de almachtige hemel
En weg is ze, verdwenen in de lucht
Ik wil ook gewoon kunnenverdwijnen
Weg kunnen gaan en terugkomen wanneer ik wil
Niemand die mij iets verplicht,
soms in groepjes, soms alleen
net als het wolkje
Vliegen zover ik kan, zoveel ik kan
En naar het oneindige
Een lichtflits
Ik schrik op en realiseer
dat het gevecht begonnen is
De wind rukt de blaadjes van de bomen
en kleine wervelstormpjes laten de gevallen blaadjes opvliegen
Een getik weerklinkt in mijn oor,
het beeld dat ik voor mij had is niet helder meer
Druppels glijden langs mijn raam naar beneden
en gerommel klinkt uit de verte
De wolken schieten langs mijn raam
Ik draai me om en loop naar de deur
Voor ik uit mijn kamer loop
kijk ik nog even naar buiten
Het regent nu pijpenstelen
Het is warm, ik wrijf over mijn gezicht
Mijn wangen zijn nat