Voor zoiets moet je niet wachten, het gebeurt :
Verdwalen in een opwaaiende woestijn,
‘s Ochtends-vroeg klaarkomen van de pijn.
Met jonge vleugels zweven boven het onderliggende ravijn
Met oprechte vreugde erbij zijn.
Alleen op de hoogste bergtop staan,
Bloot rondrennen op de maan.
Fluitend naar je werk gaan; ook al heb je geen baan.
Op een schip zeilen dat niet kan vergaan
En toch wordt je dan wakker gemaakt om kwart voor twee
Door een witte haai op de bodem van de Caraibische zee.
Ogen trillen, tanden klappen, naar adem happen
De adrenaline giert naar je fingertoppen
De grenzen van je lichaam kunnen het gevoel niet doen stoppen !
Dat gevoel van vrijzijn,
Dat van blijzijn,
Dat zeldzame, dat inhemelsname
Maakt niet goed of slecht of maakt niet uit,
Vaak of zelden of vaak of zelden of vaak is fijner,
Vroeger of later of vroeger of later is het dan zover,
We moeten altijd die eentonige weg vooruit.