Mijn ogen zijn gevuld met tranen
En ik fiets door de wind,
ik kom eraan mijn kind.
Halverwege stop ik even,
pluk wat bloemen die ik vind,
ik kom eraan mijn kind.
Bijna ben ik bij je,
en voel de pijn die mij verslind,
Ik kom eraan mijn kind.
Mijn tranen vermengen met de regen,
ik leg de bloemen naast je neer.
Mijn kind is niet meer
Ida Ge