1987.
De angst om te leven .
De angst om te leven , de angst voor de dood ;
De angst voor het weten is nu wel het grootst .
Een blik waarin waanzin verschijnt door de nood .
Een blik die morgen door een traan wordt gedood .
Ik weet als ik roep dat mijn kreet wordt versmoord ;
Een gil slaat me neer maar krijgt geen gehoor .
Ik kijk en zie hoe men mij heeft vermoord ;
Een pijn die blijft zweven en nooit wordt verwoord .
Ik voel hoe een lach gans mijn wezen bevreemd ;
’ t geruis in men bloed is wat je verneemt .
De angst doet een greep naar mijn keel die bezweemd ;
Mijn angst wordt nu pijn , geeft een wond die verzweerd .
Een rottende wonde , steeds lichter de last .
De pijn dood de angst , is trouw aan mijn bast .
De greep van de angst lost no gans mijn wezen ;
De pijn slorpt me op , er valt niets meer te vrezen .
Marth Haesendonckx .